Uit de inventaris blijkt dat er asbest in het gebouw aanwezig is. Wat nu?

1. Voor alle gebouwen 

Het asbestattest bevat adviezen over hoe je de aanwezige asbesthoudende materialen best kunt beheren of vervangen. 

Er is vandaag geen algemene verplichting om asbesthoudende toepassingen in uw gebouw of woning te verwijderen. 

Maar als het asbest in slechte staat is of als het ingesloten zit en bij renovatiewerken bloot komt te liggen moet het verwijderd worden. 

Asbesthoudend materiaal vervangen is meestal de beste oplossing. Hoe dringend zo’n vervanging is, hangt af van hoe verweerd het materiaal is.

  • In bepaalde situaties mag u het asbesthoudende materiaal zelf verwijderen en afvoeren naar het recyclagepark. Neem dan zeker de nodige voorzorgsmaatregelen. 
  • In andere situaties moet u een beroep doen op een erkende asbestverwijderaar.
  • Een aantal handelingen met asbesthoudende materialen is voor iedere burger en professional verboden. Zo is het verboden om een dak of gevel met asbesthoudende materialen te ontmossen of te reinigen. Je mag er ook niet in boren en er, bijgevolg, geen zonnepanelen op plaatsen. 

Bij de sloop van gebouwen die dateren van vóór 2001 zijn er bijkomende verplichtingen. 

2. Specifiek voor de gebouwen waarin personeel tewerkgesteld is 

Als uit de asbestinventaris blijkt dat in de gebouwen asbest aanwezig is, moet de werkgever een asbestbeheersprogramma opstellen. Hij moet dat, samen met de asbestinventaris jaarlijks (doen) actualiseren. 

Dit programma heeft tot doel de blootstelling aan asbest van de werknemers, die al dan niet behoren tot het personeel van de onderneming, zo laag mogelijk te houden. 

Het beheersprogramma omvat:
een regelmatige beoordeling, minstens eenmaal per jaar, door middel van visuele inspectie van de toestand van het asbest en het asbesthoudend materiaal: 

  • de toe te passen preventiemaatregelen
  • de maatregelen die genomen worden met een overeenkomstige werkplanning wanneer blijkt dat het asbest en het asbesthoudend materiaal in slechte staat verkeert of zich bevindt op plaatsen waar het beroerd of beschadigd kan worden. Deze maatregelen kunnen inhouden dat het asbesthoudend materiaal wordt gefixeerd, ingekapseld, onderhouden, hersteld of verwijderd volgens de voorwaarden en de nadere regels bepaald bij deze titel. 

De werkgever moet dit programma regelmatig bijwerken. 

Na advies van de preventieadviseur arbeidsveiligheid en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer wordt het beheersprogramma aangepast