Verplichtingen voor een niet-residentieel gebouw/eenheid 

Kantoor, winkel, school, ziekenhuis

Het EPC voor niet-residentiële eenheden heet EPC NR (Niet-Residentieel). Dit EPC geeft de energiezuinigheid weer van een gebouweenheid die gebruikt wordt als kantoor, school, winkel, ziekenhuis,… en toont hoeveel inspanningen nog nodig zijn om te renoveren tot een koolstofneutrale gebouweenheid.

Wanneer heb je een EPC NR nodig?

1. Sinds 1 januari 2023 moet een niet-residentiële gebouweenheid bij verkoop, bij erfpacht, bij opstalrecht of bij het afsluiten van een nieuw huurcontract verplicht over een EPC NR beschikken. Sinds 1 mei 2023 is deze verplichting uitgebreid naar alle notariële overdrachten in volle eigendom. Voor kleine niet-residentiële gebouwen (kleiner dan 500 m 2 ) kan je sinds 2023 kiezen tussen een EPC kNR (klein niet- residentieel) of EPC NR (niet-residentieel). Dat kan in de toekosmt leiden tot verschillende wettelijke verplichtingen al naargelang je een EPC NR of EPC kNR hebt.

2.  Vanaf 1 januari 2024 moeten alle gebouweenheden van publieke gebouwen en overheidsgebouwen met een beschikbare vloeroppervlakte vanaf 250 m 2 beschikken over een EPC NR, ongeacht overdracht of huur. Het EPC Publiek kan je dus niet meer gebruiken om aan de verplichtingen voor publieke gebouwen te voldoen. Voor publieke gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan 250m² geldt bovendien een uithangplicht: ze moeten hun bezoeker informeren over de energiezuinigheid van hun gebouw door het voorblad van het energieprestatiecertificaat op een zichtbare plaats op te hangen.

3.  Vanaf 1 januari 2025 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan of gelijk aan 1000 m² over een EPC NR beschikken, ongeacht overdracht of verhuur.

4.  Vanaf 1 januari 2026 moet elke grote niet-residentiële gebouweenheid met een bruikbare vloeroppervlakte kleiner dan 1000 m² over een EPC NR beschikken, ongeacht overdracht of verhuur.  

Wat valt onder publieke gebouwen?

Publieke gebouwen zijn gebouwen in het Vlaamse Gewest waarin publieke organisaties gevestigd zijn die aan een groot aantal personen overheidsdiensten verstrekken en die dikwijls door het publiek worden bezocht. Dat zijn organisaties zoals:

  • overheden, overheidsagentschappen, OCMW’s, overheidsbedrijven, lokale besturen…
  • onderwijsinstellingen: scholen, internaten, centra voor volwassenenonderwijs of voor basiseducatie, centra voor leerlingenbegeleiding, hogescholen en universiteiten
  • gezondheidsvoorzieningen
  • welzijnsvoorzieningen: organisaties die activiteiten uitoefenen op het gebied van gezin, maatschappelijk welzijn, inwijkelingen, personen met een handicap, bejaarden, jeugdbescherming…
  • ook beschermde gebouwen vallen onder deze regelgeving omdat het certificaat een informatief doel heeft en geen verplichting inhoudt om de energiebesparende maatregelen die eventueel in strijd kunnen zijn met de bescherming, ook effectief uit te voeren.

Wat valt niet onder publieke gebouwen? 

  • lokalen van jeugdverenigingen (Scouts, KSA, Chiro...)
  • religieuze gebouwen zoals kerken, kapellen...
  • gebouwen die niet vaak door het publiek bezocht worden, bijvoorbeeld een gebouw dat uitsluitend gebruikt wordt voor het sorteren van post of het opslaan van goederen;
  • hotels
  • private kantoren en banken
  • gebouwen of gebouwdelen die geen energie verbruiken ten behoeve van mensen, zoals opslagplaatsen, loodsen
  • brandweerkazernes